
Soms is mijn werk
zoals de nar,
In de brief van de Koning
van Tonke Dragt,
Een vreemde
die er wel bij hoort
die er altijd is
Je meeneemt naar de tuin
en ook zonder iets te zeggen
naast je zit,
die luistert
die een sprookje vertelt,
waarvan je niet meteen begrijpt
waarom en waarvoor
maar dat je je door deze gekkigheid,
door even het anders dan anders
je je opeens ook anders voelt